Een distributieovereenkomst is een duurzame samenwerking tussen een producent of leverancier van vaak merkproducten en een handelaar met het oog op doorlevering aan retailer of eindklanten. De overeenkomst is in de wet niet geregeld. Daarom is het van groot belang om duidelijke regelingen in de overeenkomst vast te leggen. Een vaak voorkomend geschilpunt is de opzegging. Wanneer is de overeenkomst opzegbaar en welke termijn moet daarbij in acht genomen worden?
Vaste duur en tussentijdse opzegging
Het is gebruikelijk dat de overeenkomst voor een vast aantal jaren wordt gesloten en na afloop wordt verlengd met wederom een vast aantal jaren. Gedurende een vaste looptijd is de overeenkomst in beginsel niet opzegbaar, tenzij partijen komen uitdrukkelijk overeen dat een tussentijdse opzegging mogelijk is. Ontbreekt een regeling voor tussentijdse opzegging, dan kan een partij de distributieovereenkomst slechts beëindigen als sprake is van onvoorziene omstandigheden, die niet voor rekening van de opzeggende partij komen en die van zo ernstige aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid instandhouding van de overeenkomst tot het overeengekomen tijdstip niet mag verwachten.
Opzegging bij onbepaalde duur
Een distributieovereenkomst die voor onbepaalde tijd is gesloten is in beginsel opzegbaar. Een rechter kan achteraf alsnog eisen stellen aan een opzegging op grond van redelijkheid en billijkheid. Voor een geldige opzegging kan een voldoende zwaarwegende reden noodzakelijk worden geoordeeld. Vaak wordt geprocedeerd over de duur van een redelijke opzegtermijn. Wordt de opzegging naderhand onredelijk geacht dan kan de opzeggende partij schadeplichtig worden geoordeeld. Een bepaling omtrent de opzegging, een opzegtermijn en mogelijke verplichtingen naar aanleiding van de opzegging biedt zekerheid.